Wat gebeurt er op een waterstofstation?
Op een waterstofstation staan meestal twee laadzuilen met een maximum druk van 700 bar. Deze hoge druk is nodig om bijv. 5 tot 6 kg waterstof in drie tot vijf minuten in een personenauto als de Toyota Mirai of Hyundai Nexo te laden.
Waterstofstations moeten een eind uit de buurt van mogelijke ontstekingsbronnen worden gesitueerd. Op een normaal pompstation voor benzine en diesel mogen waterstof afleverzuilen niet naast de gewone pompen worden aangebracht. Waterstof stijgt bij een lek snel omhoog. Waterstof ontsteekt al bij een gering percentage en veroorzaakt dan een heftige explosie. In juni 2019 is één van de twee nog resterende waterstofstations in Noorwegen geëxplodeerd.
Deze explosie is evenwel een incident. Er zijn wereldwijd 369 waterstofstations in gebruik waarvan maar enkele explosies bekend zijn. De veiligheid bij waterstofstations wordt met veel voorzorgsmaatregelen geborgd.
Vrachtauto’s en bussen tanken meestal tot een druk van 350 bar. Zij laden 35 kg waterstof waarmee ze rond 400 km af kunnen leggen. Deze zware voertuigen tanken vrijwel altijd bij grote industriële complexen.