‘Groene’ waterstof, SDE++ subsidie en electrolysers
Auteur: Wim Schermer
Korte inleiding
Er zijn drie kleuren waterstof, grijze, blauwe en groene waterstof. Grijze waterstof wordt gemaakt van aardgas. In Nederland wordt 800.000 ton grijze waterstof per jaar gemaakt en in de industrie gebruikt voor het maken van kunstmest, staal en olieproducten. Blauwe waterstof is hetzelfde maar hiervan wordt de CO2, 9 kg CO2 per kg waterstof, mogelijk ooit onder de grond gestopt.
Dan is er groene waterstof. Deze waterstof wordt gemaakt in electrolysers van zeer zuiver water en veel elektriciteit.
Belanghebbenden
Er wordt vanuit belanghebbende partijen als de GasUnie, GasTerra, Nouryon en verschillende netbeheerders zoals Stedin, Liander en Enexis, gepleit voor de bouw van electrolysers voor het maken van groene waterstof. Dat lijkt een loffelijk streven, de waterstof is immers schoon en verbranding of omzetting in brandstofcellen om er weer stroom van te maken, verloopt ook zonder CO2 uitstoot.
Maar het maken van groene waterstof heeft enkele negatieve gevolgen die de belanghebbenden consequent niet benoemen. Dat gaan wij hier nu wel doen.
Meer CO2 met electrolysers
Het maken van waterstof, ongeacht op welke manier en met welke grondstof, levert altijd in de eerste omzetting al 30% verlies op.
Dat is de overheid, geadviseerd door het PBL (Plan Bureau voor de Leefomgeving) niet ontgaan. Het PBL heeft berekend dat in 2030, als dan de CO2 uitstoot van fossiele centrales is gedaald van de huidige 556 gram CO2/kWh naar 186 gram CO2/kWh, groene waterstof nog steeds 16% meer CO2 uitstoot oplevert dan het maken van waterstof uit aardgas.
Om die simpele reden heeft het kabinet tot januari 2020 geen SDE++ subsidie willen verlenen aan de bouw van electrolysers. Het kabinet heeft de opdracht om CO2 te verlagen en niet te verhogen met ‘groene’ waterstof die helemaal niet groen is.
SDE++ subsidie voor experimenten
De druk op het kabinet, gevoed door een sterke lobby vanuit de waterstofbranche en royale subsidies uit Europa, heeft het kabinet doen besluiten om electrolysers toch enigszins te ondersteunen. Er wordt nu SDE++ subsidie verleend voor 2.000 uur per jaar per electrolyser. Daarmee kan worden geëxperimenteerd en kennis worden opgedaan. Er kan geen commerciële productie worden gedaan, daarvoor is een bedrijfstijd en dus een subsidie voor 8.000 uur nodig. Dit is een forse streep door de rekening van de waterstofbranche die tot 2030 maar liefst 3 tot 4 GW aan electrolysers wil bouwen.
‘Waterstof wordt het’
Bij een verjaardag komt steevast de elektrische auto, de warmtepomp, isolatie en de ‘1000 miljard kostende’ energietransitie ter sprake. Steeds hoor je dan ‘Waterstof wordt het’. Hoogste tijd dus om het maar eens uit te rekenen.
Verdringing naar fossiele opwekking
Met nu 10% duurzaam opgewekte energie van windmolens en zonneparken, is er nog 90% fossiele opwekking nodig.
Die komt van kolen- en gascentrales. Die centrales stoten samen gemiddeld 556 gram CO2, de zogenaamde ‘grijze mix’ per opgewekte kilowatt uur uit. Het is zinvol dat warmtepompen met een hoog rendement en ook elektrische auto’s worden voorzien van duurzame energie. Is die energie niet meer beschikbaar omdat deze in een electrolyser is verbruikt, dan moeten die elektrische auto’s en warmtepompen hun stroom gaan betrekken van … fossiele centrales. Dat heet verdringing en zullen we met twee voorbeelden illustreren.
Verwarmen met waterstof
GasUnie, GasTerra en nog een aantal bedrijven willen de bebouwde omgeving graag voorzien van waterstof door de bestaande gasleidingen.
Er worden nu al wijken, onder meer in Hoogeveen, voorbereid om met waterstof verwarmd te gaan worden.
Zie hieronder wat dit met de CO2 uitstoot doet.
We nemen als voorbeeld de gemiddelde Nederlandse woning die een gasverbruik heeft van 1.500 m3 per jaar. Dit levert op aardgas in uw eigen CV een CO2 uitstoot op van 2.835 kg. Grijze waterstof uit aardgas verhoogt dit met een derde tot 3.629 kg CO2 uitstoot. Geen verstandige keuze dus.
Maar dan ‘groene’ waterstof. Dit levert door de eerdergenoemde verdringing maar liefst een CO2 uitstoot op van 13.192 kg, vier keer zoveel.
Dit wordt u door de voorstanders van waterstof niet verteld, maar is het onontkoombare gevolg van ‘groene’ waterstof. Dit zal pas veranderen als er meer dan 100% duurzame energie is. Dit is zelfs na 2050 niet voorzien.
Rijden op waterstof
Rijden op waterstof wordt door de voorstanders van waterstof als schoon bestempeld. ‘Er komt alleen water uit de uitlaat’. Shell is daarvoor in 2019 door de Reclame Code Commissie veroordeeld wegens misleiding.
Dat er een factor 3,3 meer energie voor nodig is, wordt u niet verteld.
Onderstaande tabel maakt alles glashelder en levert schokkende conclusies op.
Stel dat alle Nederlands personenauto’s op waterstof gaan rijden en dat we die energie met windmolens, echt groen dus, gaan opwekken. Daarvoor zijn maar liefst 2.170 windmolens van 8 MW nodig, 1.503 meer dan als dezelfde 9 miljoen auto’s op een accu direct worden geladen.
Dat gaat het lieve sommetje van 40 miljard euro kosten, bovenop de kosten die nodig zijn voor de windmolens voor de elektrische auto’s. 40 miljard euro is meer dan 4x de hele jaarbegroting van Defensie en ongeveer gelijk aan de totale jaarbegroting van het Nederlandse onderwijs.
De ramp wordt pas echt compleet als je de gevolgen van de verdringing naar fossiele opwekking ziet. In het onderste deel van de tabel is dat berekend. Er komt een kleine 30 miljard kilo extra CO2 uitstoot bij.
Die uitstoot wordt veroorzaakt door de extra benodigde 6 grote kolencentrales of 17 middelgrote gascentrales.
Let wel, dit is allemaal extra bovenop de 668 windmolens die het hele Nederlandse wagenpark op elektriciteit nodig zou hebben.
Aan u de keus.
Wim Schermer
bezorgd om het milieu, rijdt elektrisch en woont, inclusief alle elektrische kilometers, in een 0-op-de-meter woning.
Links
https://www.co2emissiefactoren.nl/lijst-emissiefactoren/#elektriciteit